Begeleiding en evaluatie

Het is niet de bedoeling dat u elke lesvoorbereiding van a tot z naleest. We vragen wel om aandacht te besteden aan de inhoudelijke kwaliteit van de lesdoelen en het lesverloop, en hierover gerichte feedback te geven. 

Denk daarbij aan de volgende vragen: 

• Is de les doelgericht opgebouwd? 

• Sluit de les aan bij de beginsituatie van de klas? 

• Zit er een logisch verloop in de lesopbouw? 

• Wordt de les ondersteund met een bordschema? 

• Heeft de student de werkbladen zelf ingevuld/het oefenmateriaal geanalyseerd? 

• Worden er geen inhoudelijke fouten gemaakt? 

Gelieve spel- en taalfouten niet zelf te verbeteren. Als u merkt dat een lesvoorbereiding taalfouten bevat, kunt u dit best signaleren aan de student met de vraag om eerst een verbeterde versie in te dienen vóór u inhoudelijke feedback geeft. Hier leert de student het meest van. 

Feedback geven is zoeken naar een evenwicht: enerzijds waardevolle inzichten delen vanuit uw expertise, anderzijds ruimte laten voor de student om eigen ideeën en aanpakken uit te proberen — ook als die afwijken van de uwe. 

We vragen om de student bij voorkeur dagelijks feedback te geven. Dit helpt hem of haar om snel bij te sturen en gericht te groeien in de lespraktijk. 

• Benoem wat de student goed doet, zodat hij of zij weet waarop voort te bouwen. 

• Formuleer ook verbeterpunten en concrete tips waarmee de student gericht aan de slag kan. 

U kan samen met de student afspreken op welke manier de feedback het best wordt gegeven – mondeling na de les, schriftelijk via het praktijkschrift, digitaal in een Word-document… Wat telt, is dat de feedback regelmatig, duidelijk en constructief is. 

Na afloop van de stage vragen we u als mentor om een stageverslag in te vullen via het digitale stagedossier van de student in EPOS. De student verstuurt hiervoor een uitnodiging vanuit het systeem; u ontvangt via e-mail een link naar het online verslag. Deze link blijft één week geldig. 

Indien gewenst kan u als voorbereiding gebruikmaken van de Word-versie van het verslag, die de student u ook kan bezorgen. Dit helpt u om uw feedback gestructureerd te noteren vooraleer u deze digitaal ingeeft. 

In het verslag wordt u gevraagd om per rol de sterktes en werkpunten van de student te benoemen. U hoeft zelf geen cijfer toe te kennen aan de stage. 

We ontvangen het verslag graag uiterlijk één week na het afronden van de stage. 

Het verslag is voor ons erg waardevol: het helpt ons om een genuanceerd en volledig beeld te vormen van de onderwijskwaliteiten van de student. Aangezien u de student gedurende een langere periode in de klas aan het werk zag, is uw blik hierbij van groot belang. Tijdens de bepaling van het eindcijfer houden we dan ook rekening met uw verslag, in combinatie met onze eigen observaties tijdens stagebezoeken. 

Eerstejaarsstudenten zijn nog niet klaar om zelfstandig een klas te leiden. Ook tweedejaars bevinden zich nog volop in hun leerproces. Daarom vinden we het belangrijk dat deze studenten niet alleen voor de klas staan. Een goede begeleiding door een ervaren mentor is in deze fase cruciaal. Bovendien is het wenselijk dat hun lessen door de mentor worden geobserveerd, zodat studenten gerichte feedback en tips kunnen krijgen. 

Een laatstejaarsstudent mag, wanneer hij of zij uw vertrouwen heeft gewonnen, wel af en toe zelfstandig een lesmoment opnemen. Dat biedt ruimte voor zelfstandigheid en groei. We willen u wel herinneren aan het volgende: als mentor blijft u steeds de eindverantwoordelijke voor de leerlingen, ook wanneer u de student even alleen laat lesgeven. 

Wanneer het over een langere periode gaat, gaan we graag in overleg om de nodige afspraken te maken over de begeleiding van de student.  

Dit laatste geldt zeker ook voor studenten van de verkorte opleiding. Aangezien zij minder stage lopen, is wenselijk dat zij tijdens deze momenten dan ook begeleid worden door een mentor zodat ook zij de nodige feedback kunnen ontvangen. In de uitzonderlijke situatie dat zo een student toch alleen zou staan, maken we ook graag in onderling overleg hierover de nodige afspraken.  

Tijdens een stageperiode worden studenten intensief begeleid door lectoren van de hogeschool. Deze begeleiding bestaat uit meerdere onderdelen: 

• Stagebezoeken: Elke student krijgt doorgaans per stageweek één stagebezoek van een lector. Bij eerstejaarsstudenten ligt dit aantal vaak hoger, om hen optimaal te ondersteunen bij hun eerste praktijkervaringen. Tijdens de uitgroeistage van laatstejaarsstudenten voorzien we minder bezoeken, omdat zij doorgaans zelfstandiger werken en minder nood hebben aan directe begeleiding. 

• Intervisiesessies: Voorafgaand aan en na afloop van elke stageperiode nemen studenten deel aan intervisiemomenten in kleine groepen. Hier krijgen ze de kans om samen met hun medestudenten en een lector terug te blikken, ervaringen uit te wisselen en leerpunten te formuleren. 

In principe worden stagebezoeken door lectoren niet vooraf aangekondigd. Zo stimuleren we studenten om zich op élke les degelijk voor te bereiden, alsof er altijd een bezoek mogelijk is. Er zijn twee uitzonderingen op deze regel: 

• Bij stage in het buitengewoon onderwijs worden bezoeken wél vooraf aangekondigd, zodat de leerlingen hierop kunnen worden voorbereid. 

• Tijdens de uitgroeistage van laatstejaarsstudenten kondigen we de stagebezoeken eveneens aan. 

Tijdens een stagebezoek is er steeds ruimte om in gesprek te gaan met de stagebegeleider van de hogeschool. Heeft u op dat moment geen gelegenheid of bent u toevallig niet aanwezig in de klas? Of heeft u een dringende vraag die niet kan wachten tot het volgende bezoek? In dergelijke gevallen kan u altijd contact opnemen met de stagecoördinator. We helpen u graag verder met uw vraag of bezorgdheid. De contactgegevens vindt u hier.

We vragen studenten om tijdens hun stage enkele stagelesmomenten op te nemen. Deze opnames dienen als reflectietool: ze helpen de student om zijn lesgeven achteraf doelgericht te analyseren en bij te sturen. Het beeldmateriaal wordt uitsluitend binnen de opleiding gebruikt en niet extern verspreid. 

Indien toestemming gevraagd moet worden aan de ouders om de leerlingen in beeld te mogen brengen, beschikken de studenten over een standaardformulier dat hiervoor gebruikt kan worden. Leerlingen waarvoor geen toestemming werd gegeven, zullen niet zichtbaar in beeld worden gebracht. 

We vragen mentoren om hierbij te ondersteunen door zelf een aantal lesmomenten van de student te filmen — zowel geslaagde momenten als situaties waar de instructie, het klasmanagement of bijvoorbeeld de expressie nog wat moeizaam loopt. Net daarin schuilen veel reflectie- en leerkansen. 

We hebben onze studenten aangemoedigd om dit steeds vooraf met u te bespreken en hierover duidelijke afspraken te maken. 

Als u met twijfels of vragen zit over het presteren van de student, of wanneer er zich onregelmatigheden of problemen voordoen, vragen we om het opleidingshoofd of de stagecoördinator zo snel mogelijk te contacteren.  

Een stage kan niet eenzijdig stopgezet worden. Als u ernstige bezorgdheden heeft over het functioneren van de student, vragen we u om contact op te nemen met het opleidingshoofd of stagecoördinator van de opleiding. Een eventuele stopzetting gebeurt altijd in overleg met de opleiding, zodat we samen de situatie kunnen inschatten en de best mogelijke aanpak kunnen bepalen.